, , ,

Grip op werkstress; herken deze drie fasen

Ontspannen en onder het genot van kop koffie zit ik in mijn favoriete grandcafé te lezen over de week van de werkstress 2015: 40% van de Nederlanders ervaart meer stress dan een jaar geleden. 1 op de 7 heeft er last van. Vorig jaar was dit nog 1 op de 8. Opnieuw voert werkstress de lijst van beroepsziekten aan en dit fenomeen kost onze samenleving jaarlijks zo’n 4 miljard euro, alleen het bedrijfsleven 800 miljoen. Eén overspannen werknemer is gemiddeld 180 dagen uit de running en kost een bedrijf zo’n 45.000 euro, exclusief eventuele kosten voor vervanging. Dit liegt er niet om en toch raakt het mij niet echt. Deze cijfers zijn te groot, te algemeen en te ver van mijn bed. Ik kijk naar buiten en overpeins mijn eigen ervaringen hieromtrent.

Stressopbouw in 3 fasen

Regelmatig werk ik met groepen rondom thema’s als presteren onder drukomgaan met veranderingen en evenwichtig leiderschap. Stress komt daarin terug als o.a. oorzaak van verkramping in ons lijf, ons hoofd en dus ook in ons functioneren. Wij ervaren onmacht, reageren hierop door harder te werken en de paradox is dat wij daardoor juist minder bereiken. Om inzicht te geven in de manier waarop wij stress opbouwen schets ik dan een eenvoudige fasering die veel herkenning oproept.

Fase 1: Kracht: deze eerste fase is die van gezond functioneren. Inspanning en ontspanning zijn hier met elkaar in evenwicht. Dit is duurzaam. 

Fase 2: Kracht zetten: wanneer er meer van ons wordt gevraagd dan dat wij van nature aankunnen dan komen wij in deze tweede fase terecht. Kracht zetten heeft weliswaar effect waarbij opgemerkt dat wij voor een klein beetje extra resultaat onevenredig veel meer kracht moeten zetten. Wij raken uit ons evenwicht, ervaren stress en wanneer deze fase te lang duurt kan dit schadelijk zijn.

Fase 3: Kracht verliezen: duurt fase 2 te lang dan komen wij in de derde fase terecht waarbij wij een grens hebben overschreden. We ervaren krachtverlies en alles lijkt verkeerd te gaan. Ons lijf maakt gebruik van haar vetorecht, vaak met uitval als gevolg. Deze situatie kent alleen maar verliezers.

Herkenning

Op de eerste plaats is het zaak om te herkennen in welke fase wij verkeren. Fasen 2 en 3 zijn onze overlevingsmodus. Deze kenmerkt zich doordat wij alleen maar kunnen reageren (fight- or flight respons), vooral gericht zijn op de problemen die wij ervaren, redeneren vanuit schaarste en geen oog hebben voor onze omgeving of voor kansen die zich aandienen. We worden geleefd.

Dit in tegenstelling tot fase 1 waarin wij de ruimte ervaren om zelf te kiezen hoe wij met situaties om willen gaan. Wij zien oplossingen, redeneren vanuit overvloed en staan in volledig contact met onze omgeving. Natuurlijk hebben wij niet alles in de hand maar in deze staat van zijn kunnen wij daarmee comfortabel zijn.

Duurzaam en gezond functioneren doen wij dus in fase 1. Maar ja, dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Systeemdruk

Werkstress is inherent aan ons maatschappelijke systeem. Onze economische gedrevenheid en het accent hierbij op resultaten behalen heeft ons welvaartgebracht. De keerzijde hiervan is echter dat deze continue en steeds toenemende prestatiedruk knaagt aan ons welzijn. We zijn druk druk druk, streven alsmaar naar beter en we moeten meer realiseren met minder.

Elkaar onder druk zetten

Daarbij komt dat wij in deze dynamiek zijn opgegroeid waarbij wij het normaal vinden om elkaar onder druk te zetten. Vaak doen we dit onbewust. Denk maar aan het elkaar spammen met ongefilterde informatie, te laat en zonder duidelijke vraag, het elkaar bestrijden met argumenten tijdens een vergadering of door als manager nog snel even een spoedklus bij een medewerker te droppen zonder daarbij af te vragen of die het er wel bij kan hebben. We zijn doelgericht, hebben weinig oog voor elkaar en creëren zo onze eigen werkstress.

Stress de baas zijn

De oorzaak kennen is al een belangrijk deel van de oplossing. Volgens onderzoeken zijn een gebrek aan autonomie, lange werkdagen met een hoge werkdruk en het ontbreken van sociale steun de belangrijkste werkstressveroorzakers. Wat wij praktisch kunnen doen om stress eenvoudig te reduceren is te vangen in twee worden: bewustzijn en aandacht.

Bewustzijn

Wat het systeem ons ook dicteert, wij kunnen te allen tijde als eerste stap voor onszelf bepalen in welke fase wij ons bevinden. Vervolgens kunnen wij, indien in fase 1, bewust registeren hoe een gezonde balans voelt zodat wij, wanneer er onbalans ontstaat, dit snel herkennen en hierop actie kunnen ondernemen. Indien in fase 2 dan kunnen wij onze grenzen aangeven, de onbalans die wij ervaren bespreekbaar maken en samen naar oplossingen zoeken. In de derde fase kunnen wij hulp zoeken. Met iedere bewuste actie vergroten wij ons gevoel van autonomie. Wij nemen dan letterlijk het roer in handen en dat is handelen vanuit kracht. Bewust handelen is mindful handelen. Het geeft ontspanning.

Aandacht

Door aandachtig met anderen om te gaan voorkomen wij dat wij hen onbewust onder druk zetten. Meestal vraagt het niet meer dan een moment van oogcontact tot maximaal twee minuten om volledig aan te haken op die ander. Die voelt zich daardoor gezien en zal niet snel weerstand vertonen. Daarbij laat het stellen van een vraag, in plaats van het geven van een opdracht, die ander de ruimte om aan te geven of hij of zij er wel of geen werk bij kan hebben. Respectvol, wat letterlijk betekent; de ander opnieuw (re) zien (spect). In iedere situatie opnieuw. Zo spreken wij de positieve energie in elkaar aan. Aandacht is energie.

Van ver van mijn bed … naar heel dichtbij

Mijn onderzoek naar stress doe ik op de mat. In mijn geval aikido, een krijgskunst die is ontstaan vanuit de zwaardkunst van de samoerai uit het feodale Japan. Een aanval met een zwaard is extreem stressvol. Hierop reageren met kracht maakt dat ik volledig vast loop in een krachtmeting met mijn aanvaller. Dit is voor beiden een frustrerende ervaring. Lukt het mij echter om in diezelfde situatie ontspannen te blijven dan ben ik vrij, ervaar de ruimte om mijn eigen actie te kiezen en kan het contact met de ander moeiteloos doseren. Het meest bijzondere is echter dat de behoefte om mijn aanvaller uit te schakelen weg valt net als bij mijn aanvaller de behoefte om mij aan te vallen. De stress is volledig opgelost, ik ben aandachtig met mijn aanvaller omgegaan en we zijn beiden gegroeid in onze ontmoeting.

Startpunt

Zo’n verschil kunnen wij nooit realiseren door een vooraf bedacht resultaat centraal te stellen. De werkelijkheid ontvouwt zich namelijk nooit zoals wij die bedenken. Het gaat om een zo optimaal mogelijk startpunt; bewust, autonoom en met aandacht voor elkaar.

Ik probeer mij voor te stellen wat er zou gebeuren als wij zo met elkaar om zouden gaan in bedrijven en organisaties en trakteer mijzelf op nog een kop koffie.